Een groep wetenschappers uit Nieuw-Zeeland staat klaar om eindelijk het mysterie van het monster van Loch Ness te ontrafelen. Het team, van de Universiteit van Otago, is van plan om volgende maand de troebele wateren van Loch Ness in Schotland te onderzoeken op voorwereldlijk DNA.
Het monster van het Loch Ness, ook wel Nessie genoemd, wordt al duizend jaar gezien. Het zou een lange nek hebben en een of meer bulten die uit het water steken. Toch zijn er in de loop der tijden maar een paar foto’s van het monster genomen. Meestal korrelige beelden die weinig meer tonen dan wat schaduwen. De foto’s die wel duidelijk zijn, betreffen vervalsingen.
Honderden onderzoekers van allerlei allooi hebben al geprobeerd het monster te vinden. De Nieuw-Zeelandse wetenschappers zullen monsters van het water van het Loch gebruiken om kleine DNA-overblijfselen te identificeren die zijn achtergelaten door het leven in het meer. Zij zullen deze informatie gebruiken om een gedetailleerde lijst op te stellen van al het leven dat in Loch Ness aanwezig is en dat vergelijken met verschillende andere meren in de omgeving om te ontdekken of Loch Ness iets bijzonders herbergt.
Het is een spannende nieuwe onderzoeksmethode. Het uitgangspunt is dat wanneer een wezen door zijn omgeving beweegt, hij kleine stukjes DNA achterlaat van huid, schubben, veren, vacht, uitwerpselen en urine. Dit DNA kan worden gebruikt om dat wezen te identificeren door het te vergelijken met grote databases van genetische gegevens van 100.000 verschillende organismen. Mocht het monster bestaan, dan zal hij DNA gemeen hebben met voorwereldlijke dieren, zoals dinosauriërs.
Dergelijk onderzoek is mogelijk sinds apparatuur nauwkeurig genoeg is geworden om minieme hoeveelheden genetisch materiaal op te pikken uit water. Op die manier zijn al meer meren en zeeën in kaart gebracht, waarbij soms nieuwe ontdekkingen zijn gedaan. Misschien dat zoiets ook in Loch Ness gebeurt. (bron: FAQT)