Leesblindheid, of dyslectie is sinds de jaren tachtig een erkend probleem van ongeveer 7 procent van de mensheid. Studenten die er last van hebben, krijgen meer tijd om tentamens te maken. Maar de oorzaak van deze aandoening is tot nu toe nog een raadsel. De meest gehoorde theorie is dat er een foutje in de hersens zit, waardoor visuele informatie niet goed wordt verwerkt.
Maar Franse onderzoekers denken een andere oorzaak te hebben gevonden, het zou aan de ogen liggen. Voor een studie, gepubliceerd in het vakblad Proceedings of the Royal Society B, onderzocht de universiteit van Rennes dertig leesblinden en dertig mensen die daar geen last van hebben. Ze keken vooral naar de ogen en ontdekten dat er een verschil zit tussen de leesblinden en de rest als het gaat om de kegeltjes achter in het oog. Die zijn gevoelig voor het waarnemen van respectievelijk rood, groen en blauw.
Bij normale mensen is één oog dominant en zit er een verschil tussen de vorm van de kegeltjes. Het dominante oog heet rondere kegeltjes, het andere oog meer langwerpig. Bij mensen met leesblindheid waren beide ogen echter gelijk, waardoor geen van beide ogen dominanter was dan de andere.
Volgens de onderzoekers verwart dat de hersens. Die zijn zo ingericht om de informatie van het dominante oog voor te trekken en zo sneller een beeld te kunnen vormen. Met twee gelijke ogen komt de informatie uit de twee bronnen tegelijk aan en raakt het brein in de war. Het weet niet goed waar het naar kijkt. Het gevolg is dat details verloren gaan, de hersens weten niet goed of ze een f of een p zien staan.
Het Franse onderzoek is beperkt van opzet. Meer studies zijn nodig om na te gaan of de ogen inderdaad de oorzaak van het probleem zijn. Maar dat de Fransen iets belangrijks hebben ontdekt, lijkt wel vast te staan. (bron: FAQT)