Zorg- en huurtoeslag zijn bedoeld om de zorgverzekering en de huur makkelijker te kunnen betalen. Bedoeld voor mensen met de allerlaagste inkomens. Maar ook wie (net iets) meer verdient, kan toeslag krijgen.
Veel mensen weten niet dat ze recht hebben op een toeslag. Of ze denken dat het lastig is om toeslag aan te vragen. Anderen laten zich afschrikken door verhalen van mensen die toeslag moeten terugbetalen. Wat de reden ook is: er blijft veel geld liggen dat als inkomensondersteuning bedoeld is. Vorig jaar zijn de regels voor de huurtoeslag verruimd, waardoor meer mensen er recht op hebben. Iedereen kan dat nagaan met een online proefberekening. En wie belangrijke wijzigingen meteen doorgeeft (zie kader op pagina 6), hoeft niet bang te zijn voor onverwachte brieven dat je geld moet terugbetalen.
Toelichting bij rekenhuur
De rekenhuur is de kale huur plus maximaal €48 aan servicekosten, bijvoorbeeld voor schoonmaak en energie van gemeenschappelijke ruimten en een huismeester.
Toelichting bij leeftijd
Voor jongeren onder de 23 is ook huurtoeslag mogelijk, maar de huurgrens ligt dan veel lager.
Toelichting bij inkomen
Let op: deze bedragen zijn geen harde inkomensgrenzen! Of en hoeveel huurtoeslag je krijgt, hangt niet alleen af van je inkomen, maar ook van de huur, of je wel of geen AOW ontvangt, en de samenstelling van het huishouden. Hoe hoger je inkomen, hoe lager de toeslag. Ligt je inkomen onder het genoemde bedrag in de checklist? Dan is het handig om op de website van de Belastingdienst Toeslagen een proefberekening te maken. Hier staat ook een rekenhulp voor het berekenen van het toetsingsinkomen.
Alle medebewoners tellen mee, het maakt niet uit welke relatie ze met elkaar hebben. Alleen een kamerhuurder telt niet mee als medebewoner.
Het inkomen van een inwonend kind van 23 jaar of ouder telt alleen mee voor zover het meer is dan €5044 per jaar. Studiefinanciering telt daarbij niet mee.
Uitzondering: verzorging thuis
Als iemand thuis verpleeghuiszorg krijgt, telt één persoon niet mee voor de huurtoeslag. Denk aan de situatie waarin de ene partner zorgt voor de ander, waardoor die thuis kan blijven wonen en niet naar een verpleeghuis hoeft. Of als een volwassen kind bij een vader of moeder intrekt om voor hem of haar te zorgen. Het gezamenlijke inkomen van alle bewoners mag dan maximaal €48.800 zijn. Het vermogen van de persoon die niet meetelt voor de huurtoeslag, mag op 1 januari 2021 maximaal €177.725 zijn als hij geen fiscale partner heeft en €227.725 voor twee fiscale partners samen.
De Belastingdienst bepaalt wie er niet meetelt. Degene die huurtoeslag aanvraagt, telt altijd wel mee. Het is dus gunstig als degene met het hoogste inkomen en/of het hoogste vermogen niet de aanvrager is. Het is een voorwaarde dat de verzorgde bewoner een indicatie heeft voor de Wet langdurige zorg (Wlz).
Toelichting bij inkomen en vermogen
Het inkomen en vermogen van een partner telt altijd mee als je bent getrouwd of een geregistreerd partnerschap hebt. Je bent dan toeslagpartners. Samenwonenden zijn vaak ook toeslagpartners, bijvoorbeeld als ze een samenlevingscontract hebben gesloten bij de notaris, als de een is aangemeld bij het pensioenfonds van de ander, als ze samen een koophuis hebben of als ze vorig jaar ook elkaars toeslagpartner waren.
Aanvragen doe je zo
Zorgtoeslag of huurtoeslag krijg je niet automatisch. Je moet deze zelf aanvragen bij de Belastingdienst via Mijn Toeslagen. Voor de aanvraag is een DigiD nodig, het digitale identiteitsbewijs voor de overheid. Je kunt ook eerst een proefberekening maken; daarvoor is inloggen niet nodig. Dan weet je of het zin heeft om de aanvraag daadwerkelijk te doen.
Zorg dat je inkomensgegevens bij de hand hebt, bijvoorbeeld de meest recente (voorlopige) aanslag inkomstenbelasting of jaaropgave(n) van een werkgever, uitkeringsinstantie en/of pensioenfonds. Ligt het in de verwachting dat je inkomen in 2021 hoger ligt, geef dan een schatting van het werkelijke inkomen. De toeslag wordt dan op de huidige situatie berekend, zodat je later niet hoeft terug te betalen. Is het inkomen in 2021 vast en zeker lager dan in 2020, geef dan een schatting van dit lagere inkomen. Dan krijg je meer toeslag en kun je makkelijker alle kosten betalen.
TIP 1: Zorgtoeslag en huurtoeslag over het jaar 2021 kun je nog aanvragen tot 1 september 2022. Je kunt de toeslag dus ook pas aanvragen als het inkomen over 2021 vaststaat. Je hoeft dan later geen wijzigingen door te geven en loopt ook geen risico op terugbetalen.
Tot 1 september 2021 kun je nog toeslag aanvragen over het jaar 2020. Over eerdere jaren is aanvragen niet meer mogelijk, tenzij je uitstel hebt gekregen voor het doen van aangifte inkomstenbelasting.
TIP 2: Wie eenmaal toeslag ontvangt, blijft deze ontvangen, ook als het nieuwe jaar ingaat. Het is goed om in ieder geval bij de jaarwisseling even stil te staan bij de vraag of er veranderingen zijn in het inkomen, vermogen of in de samenstelling van het huishouden. Misschien krijg je daardoor minder of meer toeslag.
TIP 3: Kreeg je eerst geen zorgtoeslag omdat het vermogen te hoog was? Misschien kom je er wel voor in aanmerking nadat je bijvoorbeeld een schenking hebt gedaan of een ander huis hebt gekocht. Lag je vermogen eerst boven de grens en nu eronder, dan kun je vanaf het volgende jaar toeslag aanvragen. Een voorwaarde is natuurlijk wel dat je ook voldoet aan de inkomenseisen.
Let op: voorkom terugbetalen!
Huurtoeslag en zorgtoeslag krijg je als voorschot. Pas als het inkomen definitief vaststaat, berekent de Belastingdienst het precieze bedrag. Als dan blijkt dat je te veel hebt gehad, moet je terugbetalen. Dat is te voorkomen door belangrijke wijzigingen meteen door te geven of in ieder geval binnen vier weken. Ook dat kan online met behulp van je DigiD. Welke wijzigingen moet je meteen doorgeven?
o Hoger of lager inkomen. Een hoger inkomen kan betekenen dat de toeslag omlaag gaat. Een lager inkomen kan betekenen dat de toeslag omhoog gaat. Als je een lager inkomen pas later doorgeeft, krijg je de hogere toeslag met terugwerkende kracht.
o Gaan samenwonen. Door te gaan samenwonen, kan het inkomen van je partner gaan meetellen. Bij huurtoeslag is dat altijd zo. Voor de zorgtoeslag is je partner alleen toeslagpartner in bepaalde situaties (zie toelichting op checklist).
o Partner gaat naar verpleeghuis. Als de opname een jaar of langer duurt, telt het inkomen van de opgenomen partner niet meer mee voor de huurtoeslag. Wil je dat het inkomen ook voor de zorgtoeslag niet meetelt? Dan kun je de Belastingdienst daar per brief om vragen. Adres: Belastingdienst/Toeslagen, Postbus 4510, 6401 JA Heerlen.
o Uit elkaar gaan. Voor de huurtoeslag telt het inkomen niet meer mee als een van beiden op een ander adres gaat wonen. Voor de zorgtoeslag moeten gehuwden ook de aanvraagdatum van de scheiding aan de Belastingdienst doorgeven via Mijn Toeslagen. In beide gevallen moet de gemeente op de hoogte zijn van de verhuizing.
o Hoger vermogen. Als je vermogen op 1 januari 2022 boven de grens uit komt (zie checklist), heeft dit pas gevolgen voor het nieuwe jaar.
Hulp nodig?
Vakbonden, ouderenbonden en sociaal raadslieden geven hulp bij het aanvragen van toeslagen. Voor het aanvragen van huurtoeslag kun je ook terecht bij de woningbouwvereniging. Of vraag hulp aan een Toeslagenservicepunt. Die vind je op de website van de Belastingdienst. Tik je woonplaats in om het Toeslagenservicepunt in de buurt te vinden.
Checklist huurtoeslag 2021
Om in aanmerking te komen voor huurtoeslag moet je aan alle onderstaande voorwaarden voldoen.
o Woning
Ik woon in een zelfstandige huurwoning.
o Huurprijs
Ik betaal een rekenhuur van maximaal €752,33.
o Leeftijd
Ik ben 23 jaar of ouder.
o Vermogen
Mijn vermogen was op 1 januari 2021 niet hoger dan €31.340 en dat van mijn medebewoner(s) ook niet (een echtpaar mag samen €62.680 hebben).
o Inkomen
Ik woon alleen en mijn toetsingsinkomen is niet hoger dan circa €31.000
of
Ik heb een partner en/of een medebewoner en ons toetsingsinkomen is niet hoger dan circa €41.000.
Checklist zorgtoeslag 2021
Om in aanmerking te komen voor zorgtoeslag, moet je aan alle onderstaande voorwaarden voldoen.
o Verzekering
Ik heb een Nederlandse zorgverzekering.
o Leeftijd
Ik ben 18 jaar of ouder.
o Inkomen
Ik ben alleenstaand en heb een toetsingsinkomen van maximaal €31.138
of
Ik heb een partner en ons toetsingsinkomen is maximaal €39.979.
o Vermogen
Ik ben alleenstaand en heb een vermogen niet hoger dan €118.479
of
Ik heb een partner en ons vermogen is niet meer dan €149.819.
Bron: Plus Online