Belastingtips voor senioren

Weinig veranderingen in een mensenleven zijn zo ingrijpend als stoppen met werken en met pensioen gaan. Ook op fiscaal vlak zijn sommige zaken heel anders geregeld dan toen u nog werkte.
De redactie van De Financiële Telegraaf zet zes tips op een rij voor uw belastingaangifte.
Heffingskorting (1)
Voor werkenden is de algemene heffingskorting meestal rechttoe rechtaan, maar de meeste ouderen hebben twee inkomens: de AOW-uitkering, én een aanvullend pensioen van hun vorige werkgever. U mag zelf kiezen op welk inkomen u de heffingskorting laat toepassen, als het maar niet op allebei is.
Afhankelijk van welke keuze u maakt, krijgt u meer of minder AOW en pensioen uitbetaald, en houdt u na de inkomstenbelasting meer of minder geld over. Goed opletten dus! We kunnen u hier geen algemeen advies geven, maar gelukkig heeft de Sociale Verzekeringsbank, die de AOW uitbetaalt, een rekenmodule.
Heffingskorting (2)
Bovenop de algemene heffingskorting komen veel AOW’ers nog in aanmerking voor een extra, inkomensafhankelijke ouderenkorting. Komt uw inkomen boven de €35.949 uit, dan gaat de ouderenkorting omlaag. Als u een partner heeft, kan het daarom lonen om te schuiven met inkomsten – bijvoorbeeld met het vermogensrendement in box 3. Zo kunt u maximaal van de ouderenkorting profiteren.
Middelen
Uw AOW-uitkering en pensioen zullen in alle gevallen lager uitvallen dan het loon dat u had als werkende. Dat is vervelend, maar u kunt het iets minder vervelend maken – met inkomstenmiddeling. Dan laat u de Belastingdienst uw gemiddelde inkomen uitrekenen over drie opeenvolgende jaren, en dáárover betaalt u dan belasting. Als blijkt dat u te veel belasting betaald hebt, krijgt u na middeling geld terug. Het magere jaar dempt de belastingdruk van de vette jaren.
Middelen is een recht, geen plicht, en u doet er goed aan eerst voor uzelf te berekenen of het zin heeft. Zo hanteert de fiscus een drempelbedrag. Wacht niet te lang met middelen: binnen drie jaar nadat de eerste van de drie te middelen aangiftes onherroepelijk wordt, moet u de aanvraag bij de Belastingdienst hebben ingediend.
Schenken
Vermogen is mooi, maar als u uw zuurverdiende centen wilt overdragen, is de Belastingdienst nooit ver weg . De fiscus op afstand houden kan, maar dan moet u een beetje spelen met de vrijstellingen voor schenk- en erfbelasting. Aan uw (pleeg)kinderen mag u dit jaar €5320 belastingvrij schenken (2016: €5304), aan anderen €2129.
Bovendien zijn er eenmalige vrijstellingen, die alleen gelden als uw (pleeg)kind of diens partner jonger is dan 40 jaar (en ouder dan 18). Geeft uw kind het geld uit aan een dure studie, dan mag de schenking €53.176 bedragen. Geeft uw (pleeg)kind het geld aan iets anders uit, dan mag u maximaal €25.526 schenken. En dan is er ook nog de ’jubelschenking’ van €100.000, die u belastingvrij mag doen aan elke 40-minner, mits die het geld aan een huis uitgeeft.
Stel, u schenkt dit jaar een ton, en daarna twintig jaar lang het belastingvrije bedrag, dan boort u de Belastingdienst de schenk- én erfbelasting over €200.000 door de neus. Om over de vermogensrendementsheffing maar te zwijgen.
Zorgkosten
Ouderdom komt met gebreken, maar al die nadelen kúnnen een fiscaal voordeel hebben. Ziekenhuis- en huisartskosten kunt u van uw inkomsten aftrekken, maar bijvoorbeeld ook de rekening van uw steunzolen en vervoerskosten die u maakt. Het moet natuurlijk wel om kosten gaan die uw zorgverzekeraar niet al vergoed heeft. Ook de kosten die onder uw eigen risico vallen tellen niet mee.
Als u de AOW-leeftijd bereikt heeft en minder verdient dan €34.130, mag u de zorgkosten verhogen tot 113% van wat u daadwerkelijk heeft betaald. Is dat bedrag hoger dan 1,65% van uw inkomen, dan worden de zorgkosten daadwerkelijk van dat inkomen afgetrokken.
Vrijwilligerswerk
Heel veel ouderen zijn – gelukkig – nog zeer vitaal, en doen in hun vrije tijd aan vrijwilligerswerk. De onkostenvergoeding die u daarvoor ontvangt, is in veel gevallen belastingvrij. Moet het bedrag wel lager liggen dan €150 per maand, of €1500 per jaar. Daarboven, of als u vrijwilliger bent voor een bedrijf, betaalt u wél gewoon loonbelasting. (De Telegraaf)