Nederlandse boeren uit de negentiende eeuw hadden regelmatig botafwijkingen, blijkt uit onderzoek van Leidse en Canadese archeologen. De afwijkingen zijn mogelijk veroorzaakt door het dragen van klompen. De archeologen deden de ontdekking na het analyseren van de skeletten van zo’n vijfhonderd mensen die voornamelijk in de negentiende eeuw begraven werden op een kerkhof in Middenbeemster.
De skeletten vertoonden opvallend vaak Osteochondritis dissecans, een aandoening waarbij een fragment kraakbeen samen met het eronder gelegen bot loslaat van het gewrichtsoppervlak. Over het algemeen krijgt minder dan 1 procent van de mensen de aandoening, maar in Middenbeemster betrof het maar liefst 13 procent. Bovendien zat dat in alle gevallen op de voeten.
Het ziet eruit alsof er kraters in het bot zitten, alsof er net fragmenten vanaf zijn gesprongen. De onderzoekers hadden geen microscoop nodig om ze te ontdekken, zo duidelijk zichtbaar waren ze. Ze vermoeden dat het dragen van klompen heeft bijgedragen aan deze botafwijking. Het harde en onbuigzame schoeisel – gecombineerd met stevig lichamelijk werk – heeft mogelijk geleid tot de kleine botblessures aan de voeten, al is vergelijkend onderzoek naar andere oude skeletten nodig om deze conclusie definitief te kunnen trekken. (bron:FAQT)